Borstvoeding verloopt niet altijd zoals je het wilt...

De meest voorkomende problemen bij borstvoeding zijn onder andere:

• Stuwing

Dit wordt gekenmerkt door zware, gespannen en pijnlijke borsten.

Stuwing treedt meestal op rond dag 3 of 4 na de bevalling. Het is een teken dat de melkproductie goed op gang komt.

Tijdens deze periode kunnen je borsten hard, pijnlijk en gespannen aanvoelen. Dit ongemak duurt doorgaans 2 tot 4 dagen.

Wat kun je doen om de klachten te verlichten?

• Vaker aanleggen om de melkstroom te stimuleren.
• Afwisselend warmte- en koudetherapie toepassen, bijvoorbeeld met koude- of warmtekussens.
• Indien nodig een ontstekingsremmer of pijnstiller gebruiken (in overleg met je zorgverlener).
• Vermijd het dragen van een beugel-bh om extra druk op de borsten te voorkomen.

• Borstontsteking

Een borstontsteking herken je aan een rode, pijnlijke en warme plek op je borst.

Daarnaast kun je je grieperig voelen en koorts hebben.

Wat kun je doen?

- Gebruik warmte- en koudetherapie:

Warmte toepassen vóórdat je je baby aanlegt, en koude na het voeden.

- Neem een pijnstiller of ontstekingsremmer (raadpleeg je arts indien nodig).

- Probeer gemberkompressen, deze werken ontstekingsremmend.

Bij twijfel of aanhoudende klachten, raadpleeg je verloskundige of arts.

• Tepelkloven

Tepelkloven zijn kleine, pijnlijke scheurtjes of wondjes op of rond de tepel die vaak ongemak veroorzaken tijdens het voeden.

Deze ontstaan meestal doordat de baby niet op de juiste manier wordt aangelegd tijdens het borstvoeden.

Wat kun je doen om tepelkloven te behandelen?

- Zorg ervoor dat je baby correct wordt aangelegd. Aarzel niet om advies in te winnen als je twijfelt.

- Let erop dat je baby niet enkel op de tepel zuigt, maar een goede hap heeft. Bekijk eventueel instructies van Kind & Gezin.

- Gebruik een druppel van je eigen moedermelk om je tepels te verzorgen. Breng het aan en laat het drogen aan de lucht.

- Breng een tepelzalf aan om de huid te verzachten en het herstel te bevorderen.